Of was dit nou de goeie?
Zelfde bron.
Critici moeten gewoon eens komen kijken’
In de Bonifatiuskliniek in Dokkum worden mensen met chronische hoofdpijn binnenstebuiten gekeerd. ‘Ik kan de patiënt bewust maken van de factoren die de hoofdpijn veroorzaken.’
Sukkelen met chronische hoofdpijn
Voor Liesbeth de Wit gaat er geen dag voorbij zonder hoofdpijn. Elke dag voelt ze een doffe, drukkende pijn in haar hoofd. Een tot twee keer per maand wordt de hoofdpijn bijna ondraaglijk. Dan is de pijn ook anders: een kloppend gevoel in de nek dat naar een kant van haar hoofd uitstraalt. Na een dag of twee trekt die stekende pijn weg en voelt ze weer de doffe drukkende pijn.
Toen ze vijftien jaar was begon de chronische hoofdpijn. Ze had net een nieuwe bril gekocht. Misschien is de sterkte van de glazen niet goed, dacht ze. Maar de opticien kon geen afwijking vinden. De hoofdpijn bleef. Een bezoek aan de neuroloog, een paar jaar later, leverde ook geen verklaring op. Niets aan te doen, probeer er maar mee te leven, was zijn devies. En dat doet ze – zo goed en kwaad als het gaat – al meer dan twintig jaar. Soms onderneemt ze weer een poging van de pijn af te komen en zoekt haar heil in het alternatieve circuit – acupunctuur, haptonomie, homeopathie, voetreflextherapie, alles probeerde ze uit – maar zonder resultaat.
De Wit is niet de enige. Naar schatting worstelen zes tot zevenhonderdduizend mensen met een dagelijkse terugkerende hoofdpijn. Met pijnstillers – al dan niet aanbevolen door de huisarts – of een groot doorzettingsvermogen komen ze de dag door. Omdat de reguliere geneeskunde deze mensen vaak niet kan helpen, zoeken velen, net als De Wit dat deed, hun heil in het alternatieve circuit. Tachtig procent van al hun medische uitgaven wordt daar besteed.
Hoofdpijncentra én hoofdpijnkliniek
De laatste jaren biedt de reguliere geneeskunde echter vaker een helpende hand aan de chronische hoofdpijnklant. Er zijn inmiddels zo’n 28 hoofdpijncentra waar mensen terecht kunnen en sinds deze zomer is er een hoofdpijnkliniek bijgekomen die zich helemaal toelegt op de chronische hoofdpijn: de Bonifatius Hoofdpijnkliniek bij ziekenhuis Talma Sionsberg in Dokkum.
De Wit kan in Dokkum langskomen voor een intakegesprek en Intermediair mag over haar schouders meekijken naar de ‘unieke’ aanpak. John Lebbink, oprichter en directeur, laat ons binnen in zijn kliniek. De inrichting heeft niets weg van die van een ziekenhuis. In de wachtruimte staan houten tafels met rode stoffen lampen erboven, een zithoek met rode fauteuils en een boekenkast met klassieke boeken over migraine. Op de muren zachtgeel velours behang en olieverfschilderijen van beroemde hoofdpijnpatiënten als Einstein, Whoopi Goldberg en Picasso.
De bezoeker krijgt eerder de indruk dat hij ontvangen wordt in een luxueus hotel of sauna. ‘We willen dat patiënten zich hier gelijk thuis voelen en ontspannen’, zegt de 43-jarige neuroloog. Daarom ook heeft hij tijdens het gesprek geen witte doktersjas aan, maar gewoon een blouse. Maar zagen we hem in een tv-uitzending laatst niet met witte jas aan? ‘Soms maak ik een uitzondering. Met witte jas nemen collega’s je toch serieuzer’, zegt hij glimlachend.
Waarom hoofdpijnkliniek in Dokkum?
Waarom in hemelsnaam een hoofdpijnkliniek in Dokkum oprichten, is de eerste vraag die zich na een twee uur durende reis vanuit Noord-Holland aan de bezoeker opdringt. Om bij de patiënten het kaf van het koren te scheiden? ‘Nee, ik heb me aangesloten bij het kleinste ziekenhuis van Nederland. Bij grote ziekenhuizen had ik dit nooit voor elkaar gekregen. Daar heerst te veel bureaucratie. Ik ben samen met de directeur naar Den Haag geweest om onze plannen te presenteren. Dat zie ik niet gebeuren bij een groot ziekenhuis. Als het even tegenzit, krijg je de directeur bijna nooit te zien.’
Lebbink moest alle partijen die zorg financieren ervan overtuigen dat hij een geheel nieuwe behandeling van chronische hoofdpijn had ontwikkeld. Omdat hij veel meer tijd aan een cliënt besteedt, moest de tariefstructuur worden aangepast en moesten zorgverzekeraars bereid zijn die te vergoeden. ‘Na vijf jaar onderhandelen en praten is dat eindelijk gelukt.´
Volgens Lebbink is zijn behandelmethode voor chronische hoofdpijn kliniek uniek. Alleen in de Verenigde Staten bestaan vergelijkbare centra. Daar heeft hij ook de inspiratie opgedaan. ‘Ik heb een aantal jaren gewerkt aan het Graham Headache Centre van de Harvard Medical School in Boston. En hun aanpak sprak mij erg aan.’ Het belangrijkste idee dat hij heeft overgenomen is de multidisciplinaire benadering.
Helemaal binnenstebuiten gekeerd
Niet alleen een neuroloog onderzoekt de patiënt, als het nodig is ook een fysiotherapeut, diëtiste en een psycholoog. Wie zich aanmeldt bij de Bonifatiuskliniek wordt helemaal binnenstebuiten gekeerd. ‘We proberen zorg op maat te leveren. Op basis van de intake krijgt iedere patiënt een specifiek behandelplan.’ En dat gebeurt niet bij de gangbare hoofdpijnbehandelingen, vindt Lebbink. ‘Eerst probeert de huisarts het op te lossen, dan kijkt de neuroloog of je iets mankeert, en als dat is uitgesloten, beland je weer bij de huisarts.’
In andere hoofdpijncentra is de aanpak doorgaans intensiever, maar toch nog steeds anders dan die van de Bonifatiuskliniek. Daar worden patiënten pas doorverwezen naar een fysiotherapeut of diëtist, als de neuroloog denkt dat het echt nodig is. ‘En wij zoeken stelselmatig naar alle mogelijke oorzaken van hoofdpijn’, zegt Lebbink. Als Lebbink met de intake van De Wit begint, blijkt pas wat hij met stelselmatig bedoelt. Alle terreinen die maar enigszins van invloed kunnen zijn op hoofdpijn worden doorgenomen. De werkomgeving, het eetpatroon, medicijngebruik, familiegeschiedenis, lichamelijke inspanning, slaapproblemen, karakter, psychische problemen, et cetera. Het gesprek duurt meer dan een uur.
Deze eerste screening leidt al tot een opmerkelijke conclusie. De Wit heeft migraine, aldus Lebbink. Een constatering die geen huisarts of neuroloog ooit heeft gedaan. Daarna heeft zij een chronische spanningshoofdpijn waarvan de oorzaak niet duidelijk is. De migraine wil hij met medicijnen oplossen, de spanningshoofdpijn verder onderzoeken via een opname van twee dagen. Dan licht de rest van het multidisciplinaire team haar door. Verder adviseert hij haar een hoofdpijndagboek bij te houden en de komende drie maanden geen koffie meer te drinken.
Vaak patiënten met gecombineerde hoofdpijn
De meeste mensen komen bij Lebbink terecht met een gecombineerde hoofdpijn. Migraine kan chronische hoofdpijn veroorzaken, maar spanningshoofdpijn ook. Wat De Wit niet doet, maar veel andere chronische hoofdpijnpatiënten wel, is regelmatig pijnstillers of cafeïne consumeren. Hun hoofdpijn wordt dan deels veroorzaakt door de verslaving aan deze middelen. Daarvoor hoeven mensen niet eens zo veel tot zich te nemen, zegt Lebbink. Een paar keer per week een paracetamol of vijf koppen koffie per dag is al voldoende.
‘Je kunt beter in een keer zes aspirines slikken – bij wijze van spreken! – dan elke dag een. Het eerste dat ik hier doe is die mensen van hun verslaving af laten helpen. We hebben hier ruimtes waar mensen onder begeleiding twee weken kunnen afkicken.’ Na het tweedaagse onderzoek zal mijn collega nog een half jaar bij de Bonifatiuskliniek in behandeling blijven. Maar genezen en vrij van hoofdpijn is ze dan hoogstwaarschijnlijk niet, zegt Lebbink. ‘Ik kan mensen niet van hun hoofdpijn afhelpen. Twee van de achthonderd mensen die ik tot nu toe heb behandeld – ik heb zes jaar een praktijk aan huis gehad – zeggen dat ze helemaal vrij van hoofdpijn zijn. Tegen hen zeg ik. ‘Wacht maar af, die komt heus wel weer terug.’
Ik probeer van alle factoren die mogelijk hoofdpijn kunnen veroorzaken iets af te snoepen. Op die manier kun je hoofdpijn voor een persoon weer behapbaar maken. Ik kan de patiënt leren zich bewust te worden van de factoren die de hoofdpijn veroorzaken en daar zo verstandig mogelijk mee om te laten gaan.’
Tevreden patiënten en zorgverzekeraars
De patiënten zijn heel tevreden, aldus Lebbink. En de zorgverzekeraars ook. Die zijn namelijk veel minder kosten aan deze ‘tot nu toe onbehandelbare groep patiënten’ kwijt, zo blijkt uit een studie van een Friese zorgverzekeraar. Aan de behandeling is kennelijk grote behoefte. Sinds de opening van de Bonifatiuskliniek staat de telefoon in Dokkum roodgloeiend. Wie zich nu aanmeldt voor behandeling moet minstens twee jaar wachten voor de eerste intake.
Anita Mensing van de Nederlandse Vereniging van Hoofdpijnpatiënten waarschuwt voor al te veel enthousiasme. ‘Het lijkt nu net of mensen met chronische hoofdpijn massaal naar Dokkum moeten hollen. Ook de andere 28 hoofdpijncentra hebben chronische patiënten iets te bieden. Bovendien zijn de meningen over de aanpak van Lebbink verdeeld.’ Sommige critici vinden de aandacht voor voeding, psychologie en fysiotherapie in de Bonifatiuskliniek overdreven. Het is namelijk nog helemaal niet bewezen dat chronische hoofdpijn kan worden verholpen met aangepaste voeding, vermindering van de nekspanning of psychologische hulp. Vandaar ook dat de gewone hoofdpijncentra niet automatisch met de andere disciplines samenwerken.
Maar Lebbink is overtuigd van zijn aanpak. Door nauwkeurig het effect van de behandelingen bij zijn cliënten te volgen en te documenteren probeert hij uit te zoeken waarmee mensen met chronische hoofdpijn het meest zijn geholpen. Deze zogenoemde Practice Based Medicine – het vanuit de dagelijkse praktijk en de situatie van de cliënt zoeken naar een nieuwe behandelmethodiek – heeft al bewezen zeer waardevol te zijn. ‘Inmiddels zijn er meerdere publicaties verschenen over de effectiviteit van behandeling van chronische hoofdpijn in een centrum als het onze. Ik nodig de critici uit gewoon eens te komen kijken en praten.’
Na een twee uur durend bezoek gaan De Wit en ik weer naar huis. Maar voordat we wegrijden, bezoeken we nog even de koffiecorner van het ziekenhuis voor een cappuccino. ‘Dit is voorlopig mijn laatste’, zegt Liesbeth. ‘Proost.’